Chemisch element (een aardalkalimetaal) met symbool "Ca"
Calcium is het mineraal dat in de grootste hoeveelheid (ca. 1,5 kg) in het lichaam terug te vinden is. Van de totale hoeveelheid is 99% aanwezig in de botten en tanden. Calcium is een van de belangrijkste bouwstoffen van het skelet. Het resterende deel bevindt zich in de organen, het bloed en de spieren.
Calcium wordt in de spiercellen opgeslagen in bepaalde celorganellen (genaamd, het sarcoplasmatisch reticulum). Als er een zenuwimpuls van de hersenen naar een spier wordt gestuurd, komen daardoor de calciumionen vrij uit dit reticulum. Hierdoor spant de spier zich aan. Het mineraal is onmisbaar voor een goede hartfunctie en het speelt een rol bij de zenuwimpulsoverdracht. Calcium heeft ook een regulerende werking op de bloeddruk en het is betrokken bij bloedstollingprocessen.
Calcium is een macro element.
Calcium komt vooral voor in zuivelproducten zoals melk en kaas. Brood, groenten, peulvruchten en aardappelen bevatten veel minder calcium dan zuivelproducten, maar dragen wel bij aan de totale calciumvoorziening.
Uitgangspunt is de behoefte van een volwassene, namelijk 1000 mg calcium per dag
Natuurlijke voedingsbronnen | % ADH |
---|---|
Kaas 48+ (2 plakken) | 30 |
Halfvolle melk (1 glas) | 20 |
Broccoli (gekookt, 200 gram) | 15 |
Sperzieboontjes (gekookt, 200 gram) | 15 |
Tarwebrood ( 5 sneetjes) | 5 |
Leeftijd | Calcium (milligram) |
---|---|
0-5 maand | 400 |
6 - 11 maand | 600 |
1 - 10 jaar | 800 |
11 - 14 jaar | 1000 |
15 - 18 jaar | 1200 |
Volwassenen | 1000 |
Vrouwen na menopauze | 1200 |
60 - plussers | 1200 |
zwangerschap | 1200 |
borstvoeding | 1200 |
Doses boven 2000 milligram kunnen hypercalcemie veroorzaken (calciumneerslag in de nieren). Omdat een teveel aan calcium wordt uitgescheiden, komt dit zelden voor (tenzij u tevens overmatige hoeveelheden vitamine D slikt).